Truus van Lier
Verzetsheldin en het buurmeisje van Truus Schröder en het Rietveld Schröderhuis.

Truus van Lier
In het huis naast het Rietveld Schröderhuis, waar nu het Ticket Office is, woonde Truus van Lier (1921-1943).
Tijdens de Tweede Wereldoorlog begeleidde Truus van Lier Joden naar onderduikadressen. Ze bracht berichten en wapens rond en infiltreerde bij de NSB en de Wehrmacht in Amersfoort. Al snel raakte ze betrokken bij het gewapende verzet, met alle gevolgen van dien.
Het meisje met de vergeet-mij-niet-ogen’
Truus Schröder noemde haar buurmeisje Truus van Lier ‘het meisje met de vergeet-mij-niet-ogen’. Ze typeerde haar als een bijdehand zusje, net als hun moeder.
Truus’ moeder werkte als chemicus bij de universiteit Utrecht, een vooruitstrevende positie voor vrouwen in die tijd.
De vader van Truus was advocaat en kwam uit een welgestelde, Joodse familie.
Grootvader Lambertus van Lier was een van de oprichters van de Utrechtsche Hypotheekbank, gevestigd aan Drift 17.

Truus ging naar de lagere school aan de Mecklenburglaan, de Koningin Wilhelminaschool.
Ze hockeyde en zong in een kerkkoor. Op deze foto zie je rechts Truus van Lier, links haar oudere zus Wilhelmina.
Truus Schröder over de buurmeisjes op bezoek bij het Rietveld Schröderhuis:
"Thuis mocht er niks en hier mocht alles. Toneelspelen, en zo de trap op en daar de trap af rennen, van alles hebben ze hier beleefd."
Haar gymnasiumdiploma behaalde Truus van Lier aan het Christelijk Lyceum in Zeist. De Tweede Wereldoorlog was toen net uitgebroken.
Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers Nederland binnen. Op 14 mei werd Rotterdam gebombardeerd en toen de Duitsers dreigden ook Utrecht te verwoesten, gaf Nederland zich over aan de vijand.
In die eerste oorlogsmaanden schreef Truus van Lier zich in als rechtenstudent aan de Universiteit Utrecht. Niet zonder reden.
Truus’ oudere nicht, Trui van Lier (1914 – 2002), vestigde vlakbij de crèche Kindjeshaven, aan de Prins Hendriklaan 4.
Door opvang van Joodse kinderen wist Trui van Lier samen met Jet Berdenis van Berlekom ongeveer 150 Joodse kinderen te redden.
Truus’ oudere nicht Trui van Lier zei:
“Ik wist al voordat de oorlog uitbrak hoe erg de Joden werden aangepakt door de Duitsers. Al die mensen die niks deden… Mensen dachten dat de Duitsers keurige mensen waren.”
Ook Truus van Lier kwam in verzet, maar anders dan haar nicht ging zij het gewapende verzet in.
Truus was lid van het literaire ondergrondse blad Lichting. Ze bracht illegale kranten, berichten en wapens rond. Bovendien begeleidde de jonge rechtenstudente Joden naar onderduikadressen. Truus infiltreerde ook bij de NSB en de Wehrmacht in Amersfoort.
Truus van Lier raakte betrokken bij de Amsterdamse verzetsgroep CS-6. De leden van CS-6 richtten zich op spionage, sabotage en liquidaties.
Truus was bereid om tot het uiterste te gaan om de Duitse overheersers weg te krijgen. Ook in haar woonhuis aan de Prins Hendriklaan 48 werden vergaderingen van CS-6 gehouden.
Op 3 september 1943 schoot Truus van Lier, vlakbij het Willemsplantsoen in Utrecht, de hoofdcommissaris van politie Gerard Kerlen dood.
Hij was een NSB’er die op het punt stond groep Joodse mensen en verzetslieden te laten oppakken.
Na haar aanslag dook Truus in Haarlem onder.
Intussen loofde SS-er Willy Lages 10.000 gulden uit aan degene die de gouden tip had over de daderes, ‘een ongeveer 20-jarige wielrijdster’ in een ‘grijsgeruiten mantel’.
Een paar dagen later werd Truus verraden door een vrouw die eerder ook bij de verzetsgroep CS-6 zat, maar inmiddels door de Duitsers was gedwongen om voor hen te spioneren, en verzetsleden te verraden.
Op 14 september 1943 werd Truus van Lier gearresteerd en opgesloten in de gevangenis aan de Amstelveenseweg in Amsterdam.
Truus Schröder in een van haar brieven na afloop van de Tweede Wereldoorlog:
“Heb je gehoord wat er met ons buurmeisje is gebeurd?”
De vader van Truus was na de oorlog op zoek naar zijn dochter. Hij wist niet wat er met haar gebeurd was en plaatste in verschillende kranten deze advertentie.
Pas in juli 1946 kreeg de vader van Truus de officiële bevestiging dat zijn dochter in concentratiekamp Sachsenhausen was gefusilleerd.
Samen met twee andere vrouwen, Reina Prinsen Geerligs en Nel Hissink, was Truus van Lier op 27 oktober 1943 geëxecuteerd.
Getuigen verklaarden dat de drie vrouwen zingend en met opgeheven hoofd naar het vuurpeloton zouden zijn gelopen.

Slechts weinig vrouwen gingen het gewapende verzet in: daarmee is het verhaal van Truus van Lier een bijzonder verzetsverhaal.
Veel mensen kennen Hannie Schaft door het boek van Theun de Vries uit 1956 en de film uit 1981. Maar Truus van Lier pleegde haar aanslag op Kerlen al voordat Hannie Schaft haar wapens trok. Voor het meisje met het rode haar, was er ook al ‘het meisje met de vergeet-me-niet-ogen’.
Sinds 2004 wordt Truus van Lier geëerd met een narcissenmonument. Elk jaar rond april bloeien in gele letters haar naam langs de Singel, in de buurt van het Willemsplantsoen waar Truus de NSB-politiecommissaris Gerard Kerlen doodschoot.
In 2022 is daar tegenover een bronzen beeld van Truus van Lier geplaatst, gemaakt door kunstenaar Joyce Overheul.

Op 22 april 2021, de honderdste verjaardag van Truus van Lier, is een plaquette voor het Ticket Office van het Rietveld Schroderhuis onthuld.
Het leven van een verzetsvrouw
Dit beeldverhaal is geschreven door Jessica van Geel. Zij schreef ook het boek Truus van Lier, het leven van een verzetsvrouw. 'Het leven van een verzetsvrouw' is het opzienbarende verhaal van een Nederlandse verzetsheldin, dat verteld moet worden om de onzichtbare dappere vrouwen uit de oorlog nooit te vergeten.